Bij toeval rolde Martijn Schippers in het douanerecht, maar sinds hij zich dit eigen heeft gemaakt, wil hij niets anders meer. Het is breed en concreet. Ook de combinatie van wetenschap en praktijk bevalt hem goed. "Met de dynamiek van EY en de diepgang van de universiteit heb ik 'the best of both worlds'.”

Waarom ging je rechten studeren?
"Regels uitpluizen en kijken hoe die hun weerslag hebben in de maatschappij vind ik interessant. Bij belastingrecht werd ik met name geboeid door het financiële aspect. Ik heb ook nog gekeken of ik economie en rechten zou gaan studeren, maar dat was voor mij iets te economisch en wiskundig."

Hoe kwam je bij het douanerecht terecht?
"Tijdens mijn master koos ik bewust voor btw. Dan zit je al meer in de transactiesfeer. Bezig zijn met entiteiten vind ik abstracter. Btw gaat over producten en dat vind ik interessanter. In de tijd dat ik studentassistent was, was er een postmaster Douane. Daar kreeg ik iets van mee. Walter de Wit (eveneens werkzaam bij EY en hoogleraar Internationaal en Europees Douanerecht aan de Erasmus Universiteit) vroeg of ik het leuk vond om een proefschrift te schrijven over douanerecht. Zo ben ik erin gerold. Ik ging bij EY in de douaneadviespraktijk werken, waar ik toen nog niet veel van wist, en begon aan mijn proefschrift. Ik heb me het douanerecht eigen gemaakt, de douanegroep bij EY helpen uitbouwen en bij de Erasmus Universiteit met Walter de Wit en Madeleine Merkx meegewerkt aan een master indirecte belastingen waarin het douanerecht terugkomt. Het douanerecht is een klein wereldje. De mensen die daarin wetenschappelijk actief zijn, kun je op twee handen tellen. Ik zit zelf inmiddels ook bij die top-10, hoop ik, maar dat is aan anderen om te bepalen."

Wat maakt het douanerecht interessant?
"Het is heel breed. Het douanerecht is Europees recht, dat sterk beïnvloed is door het brede internationale recht vanuit de Wereldhandelsorganisatie en Werelddouaneorganisatie. Dat maakt mijn vakgebied aantrekkelijk. Ik kan bedrijven niet alleen adviseren over de Nederlandse in- en uitvoerstromen, maar ook daarbuiten kan ik meepraten over waar ze scherp op moeten zijn. Bovendien krijgt de Douane steeds meer taken. De Douane heeft ook niet-fiscale taken, de VGEM-taken op het gebied van veiligheid, gezondheid, economie en milieu. Die milieurol wordt steeds belangrijker. De Douane heeft sinds kort bijvoorbeeld ook te maken met het koolstofcorrectiemechanisme aan de grens (‘CBAM’). En later dit jaar volgt er wetgeving die tegen moet gaan dat er goederen op de EU-markt worden gebracht waarvan de productie geleid heeft tot ontbossing. Daar moet de Douane checks op uitvoeren. Al die zaken volg ik vanuit mijn academische interesse, maar ik moet ook voor mijn klanten weten welke verplichtingen hieruit voortvloeien. Zo hoort er ook allerlei niet fiscaal getinte wetgeving tot mijn werkterrein."

Had je zeeën van tijd toen je proefschrift klaar was?
"Ik verdeelde mijn tijd in de week tussen EY de Erasmus Universiteit, dus ik schreef mijn proefschrift in parttime verband. Omdat ik behoorlijk wat onderwijs gaf en ook meeschreef aan andere onderzoeken, werkte ik vaak ‘s avonds, in de weekends en in vakanties aan mijn proefschrift. Toen ik daarmee klaar was, had ik niet het gevoel dat ik zeeën van tijd had. Ik zeg bijna nooit nee, dus ik doe ook veel andere dingen. Ook grote projecten, zoals meewerken aan een boek over de formele aspecten van indirecte belastingen voor de reeks fiscale brochures en een onderzoeksproject waar ook de universiteiten van Bologna, Münster en Valencia bij betrokken zijn. Maar dat zijn niet zulke grote projecten als een proefschrift. Daar heb ik zes jaar aan gewerkt. Ik heb het wel druk, maar als ik nu op een stedentrip ben denk ik niet meer: ik had nu ook wel aan mijn proefschrift kunnen werken."

Bevalt de combinatie lesgeven en werken in de adviespraktijk?
"Ik vind dat heel leuk. Dit zie ik mezelf nog jaren doen. Vooralsnog heb ik bij beide loopbaantrajecten aangegeven dat ik daar nog stappen wil blijven zetten. Bij EY help ik ondernemingen om hun goederen van A naar B te krijgen en adviseer ik over alle grensformaliteiten die daarbij komen kijken. Ik help ze om dat te begrijpen en zich erop voor te bereiden. Van educatie tot implementatie en alles wat daartussen zit. Het is dynamisch en ik vind het leuk om met een internationaal team te werken. Op de universiteit krijg ik de kans om dieper in de materie te duiken. En ik vind het leuk om college te geven en contact te hebben met studenten in binnen- en buitenland, want ik geef ook weleens college in het buitenland. Vaak zijn dat mensen met praktijkervaring. Het is interessant om te horen hoe zij tegen dingen aan kijken. Met EY en de universiteit heb ik best of both worlds."

Wat zie je als je beste resultaten tot nu toe?
"Dat ik zowel de Stevensprijs als de Dissertatieprijs van de Vereniging voor Belastingwetenschap in de wacht heb gesleept is iets waar ik wel trots op ben. Verder kan ik heel gelukkig zijn als ik bij EY jonge collega’s kan begeleiden en vervolgstappen zie zetten. Dat vind ik zelf hoogtepunten. Voor de buitenwereld is het niet zichtbaar, maar ik vind het belangrijk dat mensen groeien in een organisatie en dat je daar een steentje aan hebt kunnen bijdragen. Zelf heb ik bij EY en de universiteit ook mentoren, mensen die mij op allerlei terreinen activeren en laten groeien. Bij de universiteit vooral Walter de Wit en Madeleine Merkx. Bij EY denk ik vooral aan Jeroen Scholten, die me heeft geleerd hoe je een klantportefeuille managet, en Caspar Jansen, van wie ik veel geleerd heb over peoplemanagement."

Welke eigenschappen maken jou geschikt voor je vak?
"Ik heb enthousiasme voor het vakgebied. Dat is echt nodig, denk ik. Verder denk ik dat ik het douanerecht goed kan overbrengen. Niet alleen aan studenten, maar ook aan mijn klanten bij EY. Daarnaast ben ik gedegen en betrouwbaar. Als ik ergens aan begin, maak ik het af."

Is publiceren belangrijk voor jou?
"Ik vind het leuk om me ergens in vast te bijten. Schrijven helpt mij om kennis op te doen en mijn gedachten te ordenen. Ergens over schrijven zorgt er ook voor dat je je meer in de stof verdiept. Als je een boek leest of een seminar bezoekt, beklijft dat maar voor een deel. Als je zelf schrijft, maak je je de materie echt eigen. Dat vind ik heel prettig. Je kunt er met een helikopterblik naar kijken en je begrijpt echt waar het om draait. Daardoor kun je het beter uitleggen, in colleges en aan klanten."

Hoe zie je de rol van de uitgever?
"Uitgevers moeten publiceren faciliteren, auteurs enthousiasmeren, binden en ondersteunen en zorgen dat er een kritische redactie is. Ook heeft de uitgever de taak om kansen te bieden aan het brede fiscale domein. Niet alleen aan onderwerpen die veel in de media zijn, maar ook onderwerpen waarvoor minder belangstelling is. Douanerecht is een beetje een nichegebied. Ik vind het heel goed dat Wolters Kluwer mijn proefschrift desondanks heeft gepubliceerd in de Fiscale Monografieën."

Wat is jouw favoriete arrest?
"Dat is het Unifert-arrest van 6 juni 1990. Een van de onderdelen is een uitleg van de douanewaarde, de belastbare waarde. Volgens de wet is dat bij voorkeur de transactiewaarde, de verkoopwaarde van de producten. Daar zitten tegenwoordig heel veel schakels tussen. Dit arrest geeft handvatten voor de grondslag die je kunt gebruiken om de belastbare waarde te bepalen. Na meer dan 30 jaar is dit arrest nog steeds van belang. Ik haal het zelf nog vaak aan in artikelen en in colleges en zelfs in procedures om argumenten aan te reiken."

----------------------------------

In de reeks Young Professionals zijn eerder interviews afgenomen met Loes van Hulten, Vassilis Dafnomilis, Bart van der Burgt, Brenda Coebergh, Matthijs van der Wulp, Claire Hofman, Arthur van der Linden en Jeroen Rheinfeld.

Bron: Tekst: Wilma van Hoeflaken -- Fotografie: Berly Damman

Informatiesoort: Nieuws, Interviews, Young Professionals

Rubriek: Douane

Focus: Focus

1316

Gerelateerde artikelen