Rechtbank Zeeland-West Brabant heeft in de zaken 16/03954 en 16/03955 prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Een van de vragen betreft: "Ziet de Hoge Raad reden om terug te komen op de beslissing in zijn arrest van 10 juli 2015, nr. 14/03956, ECLI:NL:HR:2015:1777, BNB 2015/203, namelijk dat een in het buitenland gevestigd beleggingsfonds reeds niet vergelijkbaar is met een Nederlandse fbi omdat een dergelijk beleggingsfonds niet in Nederland inhoudingsplichtig is voor de dividendbelasting?"
Schriftelijke opmerkingen kunnen tot en met 26 september 2016 worden ingediend.
Bron: Hoge Raad
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Dividendbelasting