Het fiscale belang om een aanhorigheid, zoals een garage, schuur of weideland, tot de eigen woning te rekenen, is groot. Het pakt gunstiger uit voor zowel de inkomstenbelasting als de overdrachtsbelasting. Het hangt sterk van de omstandigheden af of een aanhorigheid fiscaal tot de eigen woning behoort, zo leert een zaak bij Rechtbank Gelderland.
In deze zaak (13 oktober 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:5768) speelt het volgende. Een man koopt in 2008 naast en achter de woning een zestal percelen grond. In 2010 realiseert hij hierop een privémanege met 13 stallen, een binnen- en een buitenbak, een stapmolen, paddocks, een longeerbaan, een wasbak en een keuken met zitgelegenheid. Deze manege gebruikt hij niet commercieel, maar wordt hobbymatig gebruikt door zijn echtgenote en dochter. De percelen grond worden gebruikt als weidegrond voor de hobbypaarden.
Voor de aankoop van de weidegrond en de bouw van de paardenbak met stallen sluit de man een hypothecaire lening af bij een bank. De rente van deze lening brengt hij in mindering op zijn inkomen als aftrekbare kosten voor de eigen woning. De belastinginspecteur meent echter dat de manege en de weidegronden niet zijn aan te merken als tot de eigen woning behorende ‘aanhorigheden’ in de zin van art. 3.111 lid 1 Wet IB 2001. De grond, de manege en de bijbehorende lening vallen in box 3, aldus de inspecteur, die de aftrek van de rente in box 1 corrigeert.
De rechtbank stelt vast dat volgens de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:1993:ZC5412, uitspraak (nog) niet gepubliceerd) sprake is van een aanhorigheid als een gebouw:
- hoort bij de woning; en
- in gebruik is bij de woning; en
- dienstbaar is aan de woning.
Aan de drie vereisten is volgens de rechtbank voldaan. De paardenbak met stallen en weidegronden zijn daarmee aanhorigheden van de woning. De financieringsrente hiervan is dan wel degelijk aftrekbaar.
Belang voor de praktijk
Ook voor de vraag welk overdrachtsbelastingtarief van toepassing is, is bepalend of een gebouw of terrein is aan te merken als aanhorigheid. Het lage tarief van 2% geldt niet enkel voor de eigen woning zelf, maar ook voor een aanhorigheid die op hetzelfde moment als de woning wordt verkregen. Zie ook de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2022:389), waarin een woning met stallen, een rijhal en weilanden werden aangekocht.
De omstandigheden van het geval zijn bepalend voor het oordeel of een gebouw en/of terrein als aanhorigheid kan worden aangemerkt. Nabijheid, functie, het feitelijk gebruik en inrichting spelen hierbij een rol. Tot de functies van een woning behoren niet alleen het bieden van beschermde gelegenheid tot het slapen, eten en drinken en verblijf. Ook het bieden van gelegenheid tot het uitoefenen van hobby’s behoort hiertoe. Een goed voorbeeld is een bij een woning gelegen tennisbaan. Dat een complex (stallen, bakken, etc. en weidegronden) groter is dan de woning en een eigen oprit heeft, hoeft er niet aan in de weg te staan te kwalificeren als aanhorigheid.
Bron: Legal en Compliance Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting