In een debat dat tot na middernacht doorging heeft de Tweede Kamer, na flinke kritiek op het kabinet, ook zelf het boetekleed aangetrokken over zijn rol in de toeslagenaffaire. De Kamer liet zich te veel meeslepen door de jacht op fraudeurs en heeft wetten aangenomen die in de praktijk te hard uitpakten, gaven veel partijen toe. Minister-president Mark Rutte voelt zich desgevraagd "uiteraard altijd direct verantwoordelijk".
Naast kritiek op het kabinet en de Kamer zelf, keken Kamerleden naar de rol van de bestuursrechtspraak en uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst. De commissie-Van Dam die de toeslagenaffaire onderzocht wees ook deze instanties aan als onderdeel van het probleem.
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers erkent via een motie "dat de Tweede Kamer medeverantwoordelijk is voor wetgeving die in de uitvoering zeer hardvochtig heeft uitgepakt en daarmee voor het leed dat in het rapport Ongekend Onrecht beschreven wordt". Ook zijn coalitiepartners VVD, CDA, D66 en oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SGP ondertekenen deze uitspraak.
Alleen PVV-leider Geert Wilders wilde tijdens het debat niets weten van enige zelfreflectie. Verscheidene partijen riepen hem daar wel toe op, ook omdat juist zijn partij vaak hamert op een keiharde aanpak van fraudeurs. Voor zelfreflectie moet je bij de psycholoog zijn, zegt de leider van de grootste oppositiepartij. "De boom in met je zelfreflectie!"
Rutte
Tijdens het debat over een vernietigend toeslagenrapport dat vorige maand verscheen, kreeg Rutte veel kritiek op zijn eigen rol. Die bleef tot nu toe onderbelicht, vinden veel Tweede Kamerleden. De premier zei eerder dat hij zich wel verantwoordelijk voelt, maar niet direct betrokken was bij het schandaal. Daar komt hij nu op terug.
Direct betrokken was hij wel vanaf de zomer 2019, toen hij zich realiseerde "hoe ernstig het allemaal is". Dat dit pas zo laat duidelijk is geworden is volgens Rutte de "tragiek van het hele onderwerp". Op aandringen van de Kamer sprak de premier begin vorig jaar met ouders, en merkte dat ze "tot op hun vezels beledigd" waren doordat ze als fraudeur werden gebrandmerkt.
Rutte erkent opnieuw dat onder zijn bewind veel nadruk werd gelegd op de bestrijding van fraude met publieke voorzieningen. Daardoor kan bij mensen die met de uitvoering belast zijn, "onbedoeld en niet gewenst", het idee zijn ontstaan dat zij in de strijd tegen misbruik "iets meer mogen", aldus de premier.
Wel houdt hij vol dat hij kan aanblijven als partijleider en lijsttrekker van de VVD. Het toeslagenschandaal is, net als de trage afwikkeling van de aardbevingsschade in Groningen een "smet" op zijn premierschap, geeft Rutte toe. Eerder zei hij in een interview nog dat hij daarover moest nadenken.
Maar sinds hij zijn intrek nam in het Torentje, inmiddels ruim tien jaar geleden, zijn veel dingen wel goed gegaan, benadrukt Rutte. Hij wijst bijvoorbeeld op de manier waarop Nederland uit de financiële crisis is gekomen.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet