Rechtbank Rotterdam heeft Loyens & Loeff aansprakelijk gesteld voor beroepsfouten bij advisering aan (de erven van) wijlen Farm Frites-oprichter Gerrit de Bruijne en veroordeelt het advieskantoor tot betaling van bijna 21 miljoen euro schadevergoeding. Dit staat in een vonnis van 1 juli 2020 dat begin deze week is gepubliceerd.

Destijds adviseerde het kantoor Loeff Claeys Verbeke, dat in 2000 fuseerde met Loyens & Volkmaars, Gerrit de Bruijne hoe hij zo min mogelijk belasting kon betalen bij de overdracht van het succesrijke Farm Frites aan zijn kinderen. Onderdeel van het advies luidde emigratie naar de Antillen, omdat de successierechten daar veel lager zijn dan in Nederland. Dus verhuisde De Bruijne, die afgelopen maart overleed, in 1996 met zijn vrouw naar Curaçao.

Na uitvoering van het advies starten diverse fiscale procedures. Volgens de Belastingdienst is De Bruijne namelijk niet naar Curaçao geëmigreerd, maar was zijn woonplaats steeds in Nederland gelegen. Op basis van het onderzoek van de Belastingdienst legt de inspecteur een IB-aanslag 1998 op aan hem van 182 miljoen euro, en aan de kinderen diverse forse aanslagen schenkingsrecht.

De Hoge Raad was het in cassatie eens met de inspecteur dat er geen sprake was van echte emigratie en laat de aanslagen in stand. De Bruijne en zijn kinderen stellen Loyens & Loeff vervolgens aansprakelijk voor de schade (van enige tientallen miljoenen euro's) als gevolg van de verweten beroepsfouten.

In een tussenvonnis oordeelde de rechtbank al eerder dat niet alleen de adviseurs verkeerde keuzes kon worden verweten. De ondernemer maakte zijn verhuizing niet geloofwaardig door algemeen directeur van Farm Frites te blijven, zijn Nederlandse dienstwoning niet te ontruimen en een tand- en huisarts in Nederland aan te houden. Daarom rekent de Rotterdamse rechtbank in de uitspraak de schade van de mislukte verhuizing voor 30% toe aan de adviseurs en voor 70% aan De Bruijne.

Loyens & Loef is De Bruijne ruim 13,6 miljoen euro verschuldigd en aan de drie kinderen bedragen van 2,2 miljoen euro tot 2,7 miljoen euro. Het kantoor kan in beroep gaan tegen het vonnis.

Lees ook het thema Emigratie en (conserverende) eindafrekening.

Bron: FD/Advocatie

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Civiel recht algemeen, Kantoren

32

Gerelateerde artikelen