Voor een werknemer met een 30%-regeling die tussen 1 januari 2007 en 31 december 2011 in dienst is getreden bij zijn eerste Nederlandse werkgever moet na vijf jaar worden getoetst aan het 150‑kilometercriterium. Rechtbank Noord-Holland heeft dit bevestigd.
150-kilometercriterium en voortdurende toets per 1 januari 2012
Per 1 januari 2012 geldt het 150-kilometercriterium. Een werknemer komt alleen in aanmerking voor de 30%-regeling als hij gedurende meer dan twee derde van de 24 maanden voorafgaand aan de tewerkstelling in Nederland meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde.
Sinds 1 januari 2012 geldt bovendien een voortdurende toets voor de 30%-regeling. Vanaf het moment dat een werknemer niet meer aan de voorwaarden voldoet, kan de 30%-regeling niet meer worden toegepast.
De voortdurende toets geldt niet voor een werknemer die tussen 1 januari 2007 en 31 december 2011 in dienst is getreden bij zijn eerste Nederlandse werkgever, en die de regeling toegekend heeft gekregen onder de toen geldende voorwaarden. Deze werknemer valt onder het overgangsrecht. Dit betekent dat pas na vijf jaar hoeft te worden getoetst of hij nog steeds aan alle voorwaarden voldoet. Na vijf jaar wordt dus ook gekeken of een werknemer gedurende meer dan twee derde van de 24 maanden voorafgaand aan de tewerkstelling in Nederland meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde. Als dit niet het geval is, kan geen gebruik meer worden gemaakt van de resterende looptijd van de 30%-regeling.
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland
De werknemer in de casus bij Rechtbank Noord-Holland was het er niet mee eens dat na vijf jaar geen gebruik meer kon worden gemaakt van de resterende looptijd als gevolg van de toets aan het 150‑kilometercriterium. Hij voerde de volgende argumenten aan:
- Bij de tussentijdse toets moet alleen aan de schaarste en de deskundigheid worden getoetst (dus niet aan het 150-kilometercriterium).
- Aan de looptijd op de beschikking 30%-regeling kan vertrouwen worden ontleend.
- Het niet langer toestaan van het toepassen van de 30%-regeling vormt voor hem een onvoorzienbare persoonlijke buitensporige last.
De rechtbank heeft alle argumenten afgewezen.
Praktijk
Het is op dit moment nog niet duidelijk of de werknemer hoger beroep heeft aangetekend bij het hof.
Bron: KPMG Meijburg
2