België heeft internationaal gezien een hoog nominaal tarief in de vennootschapsbelasting (33,99%), maar daartegenover weet België zich internationaal te onderscheiden met een aantal ‘niches', zoals de notionele interestaftrek en de aftrek voor octrooi-inkomsten.
Aangezien deze niches meer en meer onder druk komen te staan in een internationale context, lanceerde de minister van Financiën het voorstel van een hervorming van de vennootschapsbelasting met de bedoeling om België op fiscaal vlak voldoende aantrekkelijk te houden als investeringsland.
Daarop kwam de regering principieel overeen om het tarief te verlagen, weliswaar binnen een budgetneutraal kader. De Hoge Raad van Financiën, een adviesorgaan van de regering, rekende cijfermatig enkele scenario's uit voor een verlaging van het nominale tarief en de bijhorende compensaties. De blikvangers daarbij zijn de aanpassing dan wel afschaffing van de notionele interestaftrek en een verhoging van de roerende voorheffing op dividenden.
De Belgische regering maakt zich nu op voor onderhandelingen om een akkoord te vinden over de hervorming. Recent lekten stukken van een onderhandelingsnota uit.
De geleidelijke verlaging van het nominale tarief zou reeds een aanvang nemen op 1 januari 2017 en worden gerealiseerd tegen 1 januari 2019. Andere opvallende items zijn de uitbreiding van de ‘DBI-aftrek' (definitief belaste inkomsten) van 95% naar 100% en de afschaffing van de zogenoemde fairness tax. Tevens wordt gedacht aan een voorlopige vrijstelling van vennootschapsbelasting voor startende ‘KMO's' (kleine en middelgrote ondernemingen).
Als compenserende maatregel springt de afschaffing van de notionele interestaftrek het meest in het oog, maar ook andere fiscale aftrekken, zoals de investeringsaftrek, zouden verdwijnen. De nota spreekt verder ook nog over de beperking van de overdraagbaarheid van vorige verliezen, de afschaffing van het stelsel van degressieve afschrijvingen en een beperking van de aftrekbaarheid van bepaalde kosten zoals restaurantkosten, receptiekosten en sociale voordelen.
Zoals gezegd betreft het hier slechts een nota die als basis dient voor verdere onderhandelingen. Een afschaffing van de notionele interestaftrek is a priori dus nog geen uitgemaakte zaak. Verwacht wordt dat de regering tegen half oktober een akkoord zal bereiken over de hervorming. Of die even ambitieus zal zijn als voorgesteld, zal dan moeten blijken.
Bron: KPMG Meijburg
0