De Belastingdienst heeft de vraag-en-antwoordenlijst over het overgangsrecht KEW, SEW en BEW aangevuld.

De Kennisgroep Verzekeringsproducten en Eigen Woning van de Belastingdienst heeft op 27 juni 2014 de vragen-en-antwoordenlijst over het overgangsrecht voor de KEW, de SEW en het BEW opnieuw uitgebracht. De vorige editie dateert van 31 juli 2013. Ten opzichte van de vorige editie zijn vragen en antwoorden toegevoegd over het omzetten van een kapitaalverzekering in een SEW (onderdeel 1.3). Ook zijn enkele vragen verwijderd omdat de inhoud daarvan inmiddels is opgenomen in de wet. Dit laatste houdt verband met de inwerkingtreding van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II.

Commentaar

Voor wat betreft de omzetting van een kapitaalverzekering is vooral het volgende van belang. De verzekeringnemer kan zijn beleggings-KEW omzetten in een SEW. De (totaal)premie van de KEW vormt daarbij het uitgangspunt voor de te openen SEW.

Maar wat nu als deze persoon naast de SEW ook een ‘losse' overlijdensrisicoverzekering sluit? Zijn beide producten tezamen dan de voortzetting van de KEW? Als dat het geval is, moet je de maximale inleg op de SEW – dus de oude premie voor de beleggings-KEW – verminderen met de premie voor de overlijdensrisicoverzekering. De Belastingdienst geeft aan dat deze inkorting niet aan de orde is. Kortom: de losse overlijdenrisicoverzekering valt in box 3; de inleg op de SEW mag gelijk zijn aan de premie voor de KEW.

Voor het behoud van het overgangsrecht is het van belang dat de verzekeringnemer de premie niet verhoogd. Dit betekent dat:

  1. hij de periodiek verschuldigde premie niet mag verhogen; én
  2. hij de in totaal verschuldigde premie (= premievolume) niet mag verhogen.

 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

3

Gerelateerde artikelen