Voor een alfahulp of ZZP'er is de VAR-beschikking (VAR = Verklaring ArbeidsRelatie) een bekend fenomeen. Deze beschikking geeft antwoord op de vraag van opdrachtgevers of de vergoeding voor de opdrachtnemer belast is met loonbelasting bij hen of met inkomstenbelasting bij de opdrachtnemer. De VAR kan worden aangevraagd bij de Belastingdienst. Soms gebeurt het dat een VAR-beschikking ten onrechte wordt geweigerd door de Belastingdienst. Omdat opdrachtgevers niet met hen in zee gaan zolang er geen zekerheid is over de fiscale positie, kunnen opdrachtnemers omzet mislopen. Deze schade komt, mits aannemelijk gemaakt, voor rekening van de inspecteur van de Belastingdienst.
In de praktijk
Ter illustratie verwijs ik naar een zaak van Hof Den Bosch van 25 april 2014. Belanghebbende in deze zaak is een mevrouw die werkzaamheden verricht op het gebied van thuiszorg. Haar kring van opdrachtgevers is wisselend en omvat circa 9 tot 13 personen per dag. Het merendeel van deze personen is in de jaren 2008 tot 2010 houder van een persoonsgebonden budget (PGB).
Weigeren VAR is onrechtmatig
Voor het jaar 2008 heeft de inspecteur aan mevrouw een VAR-beschikking wuo (winst uit onderneming) afgegeven. Voor 2009 verzoekt mevrouw om eenzelfde VAR-beschikking, waarbij zij aangeeft dat er geen wijzigingen zijn ten opzichte van 2008. Dit verzoek wordt geweigerd. Het bezwaar van mevrouw tegen deze weigering wordt door de inspecteur afgewezen. Bij de Rechtbank Breda wordt ze in beroep echter in het gelijk gesteld, wat voor de inspecteur reden is om in hoger beroep te gaan.
Het Hof oordeelt dat een inspecteur die besluit een VAR-beschikking te weigeren, welk besluit naderhand door de rechter wordt vernietigd, een onrechtmatige daad begaat. Ook als de inspecteur geen verwijt kan worden gemaakt, geldt dat de schade als gevolg van deze daad voor zijn rekening komt. Dit tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Daarvan is hier geen sprake, waardoor de geleden schade voor rekening van de inspecteur komt. Het Hof vraagt vervolgens aan mevrouw om de omvang van de schade aannemelijk te maken.
Schadevergoeding?
Helaas voor mevrouw kan het Hof op basis van de door haar aangeleverde informatie niet vaststellen dat sprake is van schade én dat deze schade het gevolg is van het onrechtmatig handelen van de inspecteur. Zo is de omzet van mevrouw in 2009 significant gestegen ten opzichte van 2008. Ook zijn er geen verklaringen van cliënten verstrekt, waaruit zou blijken dat zij geen zorgovereenkomst met haar wilden sluiten omdat een VAR-beschikking ontbrak. Het verzoek om een schadevergoeding wordt daarom afgewezen.
Om met succes een schadevergoeding te kunnen claimen, is een volledige en adequate bewijsvoering betreffende de aard en omvang van de schade dus noodzakelijk.
Bron: PlasBossinade
0