Accountantskantoor PwC is door het Openbaar Ministerie (OM) aangemerkt als verdachte in het onderzoek naar onder meer omkoping en valsheid in geschrifte bij dochterbedrijven van conglomeraat SHV. Dat meldt het FD.
Het grootste familiebedrijf van Nederland schikt deze verwijten voor een bedrag van in totaal € 41,6 miljoen, zo heeft het OM bekendgemaakt. SHV is eigendom van de familie Fentener van Vlissingen. Econosto, een producent van afsluiters voor onder meer de olie-industrie, betaalde steekpenningen in ruil voor opdrachten in het Midden-Oosten en Azië. Het OM concludeert dat er tussen 2009 en 2015 sprake was van bijna driehonderd omkopingen. De betalingen werden verwerkt in een schaduwadministratie.
Ook onderdelen van hijs- en transportbedrijf Mammoet Salvage zijn in de fout gegaan. Zo heeft Mammoet Salvage steekpenningen betaald aan een Iraaks parlementslid. Op die manier wilde het bedrijf in contact komen met de Iraakse minister van Olie, om een conflict op te lossen met een Iraaks staatsoliebedrijf.
Daarnaast loopt er ook een strafrechtelijk onderzoek naar bestuurders van de SHV-dochters Econosto, CMK en Mammoet Salvage. Het onderzoek naar deze natuurlijke personen is bijna afgerond. Het OM heeft voldoende bewijs om de bestuurders te vervolgen voor steekpenningen om (overheids)opdrachten in de wacht te slepen.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) verwijt de SHV-accountant PwC een groot aantal signalen te hebben gemist in de corruptiezaak. De twee betreffende PwC-accountants zouden contante betalingen die de bedrijven hadden gedaan onvoldoende hebben gecontroleerd en hun taak daarmee onvoldoende hebben vervuld.
Het OM stelt naar aanleiding hiervan dat 'een accountantskantoor' als verdachte is aangemerkt, zonder de naam te noemen. Volgens bronnen bekend met het onderzoek gaat het om PwC. Het onderzoek naar de accountant loopt nog, zo schrijft de krant.
Bron: FD/ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Jaarrekening, Strafrecht