Nederland moet een volledige voorkoming van dubbele belasting verlenen voor een ontslagvergoeding voor zover die betrekking heeft op vroegere werkzaamheden in Duitsland. Het belastingverdrag met Duitsland schrijft ondubbelzinnig voor dat een dergelijke volledige voorkoming moet worden verleend. Er is geen reden om een beperkte voorkoming te verlenen op basis van een ministerieel besluit dat uitsluitend bedoeld is voor twijfelsituaties of voor situaties met een onbillijke uitkomst. Tot dit oordeel kwam rechtbank Zeeland-West-Brabant.
De procedure had betrekking op een ontslagvergoeding van ruim € 1,7 mln die een in Nederland woonachtige werknemer begin 2007 had ontvangen. De vergoeding had betrekking op de periode vanaf 2004 tot 1 april 2007. In deze periode had de werknemer gedurende circa 58% van de tijd gewerkt in Nederland en gedurende circa 42% in Duitsland. De werknemer claimde in Nederland voor de ontslagvergoeding een voorkoming van dubbele belasting van 42% van € 1,7 mln. Duitsland betrekt de ontslagvergoeding echter niet in de belastingheffing. De inspecteur meende daarom dat slechts een beperkte voorkoming van dubbele belasting hoefde te worden verleend. De inspecteur baseerde zijn standpunt op een ministerieel besluit uit 2007. In dit besluit was – onder meer – opgenomen dat Nederland de ontslagvergoeding in haar belastingheffing mag betrekken als Duitsland het heffingsrecht over die vergoeding niet benut.
 
De rechtbank stelde vast dat het ministerieel besluit is gebaseerd op het artikel in het belastingverdrag met Duitsland dat het onderling overleg tussen Nederland en Duitsland regelt. Dergelijk overleg is bedoeld om moeilijkheden en twijfelpunten op te heffen, of om situaties met een onbillijke uitkomst ongedaan te maken. Vervolgens oordeelde de rechtbank dat het belastingverdrag met Duitsland ondubbelzinnig vaststelt dat Nederland de ontslagvergoeding in zijn geheel in de belastingheffing mag betrekken, maar dat Nederland wel voor het aan Duitsland toekomende deel daarvan een volledige voorkoming van dubbele belasting moet verlenen. Het ministerieel besluit moest voor onderhavige situatie buiten toepassing blijven. De rechtbank stelde de werknemer in het gelijk.
 
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-1-2014, nr. 13/1782 
 

Bron: PwC

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

4

Gerelateerde artikelen