Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft twijfels bij de (on)uitvoerbaarheid van de voorgestelde maatregelen van het wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid. De maatregelen leiden waarschijnlijk tot een forse verhoging van de administratieve lasten. Het RB plaatst ook vraagtekens bij de terugwerkende kracht die het wetsvoorstel heeft. Het RB vraagt zich af in hoeverre de terugwerkende kracht wel in overeenstemming is met Europese regels.

Inspecteur heeft te veel mogelijkheden

Adjay Pahladsingh (Commissie Wetsvoorstellen van het RB): “Het RB is verheugd dat de staatssecretaris conform onze suggestie inderdaad een drempelbedrag wil invoeren voor de winstdrainageregeling (artikel 10a Wet op de vennootschapsbelasting 1969). Dat de inspecteur daarbij de mogelijkheid heeft aannemelijk te maken dat zakelijke overwegingen niet aanwezig zijn, kunnen we ook begrijpen. Maar goedwillende belastingplichtigen moeten niet de dupe worden van zo’n ruime bevoegdheid. De praktijk zou –net als bij de invoering van artikel 10a Vpb– gebaat zijn bij een toezegging dat de inspecteur zich terughoudend opstelt als er geen aanwijzingen zijn dat deze bepaling aan de orde is.”

Voordelen wegen niet op tegen nadelen

Pahladsingh vervolgt: “Uit de uitvoeringstoets blijkt dat zowel de praktijk als de Belastingdienst te maken krijgt met een forse verhoging van (administratieve) lasten, door in ieder specifiek geval te moeten bepalen hoe artikel 10a moet worden toegepast. De begrote kosten zijn naar onze mening te rooskleurig ingeschat en liggen fors hoger. Het RB vindt dat het voorkomen van hoge uitvoeringskosten voor ondernemingen (in het mkb) zwaarder weegt dan de belastingderving.”

Lees de reactie van het RB.

 

Bron: Register Belastingadviseurs

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

1

Gerelateerde artikelen