Kapitaal onderbrengen in een familiestichting geeft erfgenamen niet meteen een vrijstelling voor de gewraakte box 3, zo laat een recente rechtszaak zien. Een vrouw betoogt dat de door de familie opgezette stichting een sociale instelling is voor het algemeen belang. De inspecteur vindt echter dat er gewoon sprake is van box 3-vermogen en krijgt gelijk van de rechter.
De Telegraaf schrijft over deze opmerkelijke zaak die speelde bij Rechtbank Noord-Holland. De vrouw is lid van een familie met een stichting uit 1907 die in 2018 nog ruim € 8 miljoen beheert. Elk jaar ontvangen de familieleden tussen de 18 en 38 jaar jaarlijks een bedrag.
De vrouw claimt dat de stichting zich officieel inzet ’voor de familiale cohesie en waardigheid binnen de familie’ en zich ook inzet voor maatschappelijke doelen waardoor de stichting een sociaal belang heeft, ook wel een sociaal belang behartigende instelling (SBBI) genoemd. Een SBBI kent belastingvoordelen als de stichting niet alleen de individuele belangen van de leden of een kleine doelgroep behartigt, maar ook een maatschappelijke waarde heeft.
Bij de rechtbank wordt de Belastingdienst in het gelijk gesteld: de stichting is gewoon een APV, een afgezonderd particulier vermogen. En de vrouw is daarvan fictief erfgenaam en dus moet ze box 3-belasting betalen over het geld waar ze recht op heeft, namelijk over 1,926 procent van het familievermogen dat in de stichting zit. De truc mislukt dus ondanks dat de stichting ook grote donaties aan medisch onderzoek doet.
Bron: Telegraaf
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting