Uitkeringsinstantie UWV hanteert binnenkort niet langer de laagst berekende beslagvrije voet als meerdere partijen beslag leggen op een uitkering. Dat moet er mede toe bijdragen dat mensen niet onder een bestaansminimum komen. Dat heeft het UWV laten weten aan de Nationale Ombudsman, die er al langer op hamert dat het huidige beleid waarbij wordt uitgegaan van de laagste beslagvrije voet tot "ongewenste situaties" leidt.

Bij mensen met schulden mag de overheid beslissen om beslag te leggen op het inkomen. Daarbij moet wel een deel van het inkomen beschikbaar blijven om van te leven, de zogeheten beslagvrije voet. Dit bedrag kan per persoon verschillen.

Nu is het zo dat het UWV bij meerdere eisers automatisch uitgaat van het laagste 'restbedrag' voor mensen met schulden. Vaak ontstaat het verschil in berekening van de beslagvrije voet doordat het de schuldeisers aan informatie ontbreekt. Dat kan doordat mensen al dan niet bewust zelf verzuimd hebben om informatie te delen. Schuldeisers maken dan mogelijk gebruik van richtbedragen die voor huishoudens nadelig uitpakken.

Financiën en Sociale Zaken hebben een vereenvoudiging aangekondigd van de beslagvrije voet. Door ICT-problemen loopt deze Wet vereenvoudiging beslagvrije voet grote vertraging op. De wet treedt naar verwachting pas per 1 januari 2021 in werking. Het UWV meldt dat nu per 1 januari 2021 beslagleggers volgens de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet gebruik moeten maken van allerlei gegevens uit openbare bronnen. Ook moeten alle partijen met die gegevens op dezelfde manier de beslagvrije voet vaststellen. Bovendien is vanaf die datum de eerste beslaglegger verantwoordelijk voor de beslagvrije voet en zijn alle beslagleggers die daarna komen, verplicht zich bij de eerste aan te sluiten.

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Invordering

0

Gerelateerde artikelen