Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) heeft een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat de mogelijkheden verruimt om rechters bij ongeoorloofd gedrag of andere ongewenste situaties een passende maatregel op te leggen.
De huidige wettelijke regeling kent bij ongeoorloofd gedrag alleen de schriftelijke waarschuwing en het strafontslag als disciplinaire maatregelen. Straks komt daar de schorsing - maximaal drie maanden - bij en is voortaan sprake van een schriftelijke berisping. Deze berisping kan niet alleen door de president van het gerecht waar de rechterlijk ambtenaar geplaatst is, maar ook door de Hoge Raad worden opgelegd. Wat bij de keuze voor de maximaal te stellen termijn voor de schorsing de doorslag heeft gegeven, is dat de schorsing wel als een zware maatregel moet worden ervaren, maar de duur ervan het de rechterlijk ambtenaar niet feitelijk onmogelijk moet maken om in functie terug te keren.
Het wetsvoorstel bevat ook andere dan disciplinaire maatregelen. De rechtspositionele mogelijkheden worden aangevuld met de ordemaatregelen van overplaatsing naar een ander gerecht, inhouding van bezoldiging wanneer werk niet wordt verricht en het met spoed buiten functie stellen van een rechter, bijvoorbeeld als sprake is van een verdenking van een strafbaar feit. Bij deze laatste maatregel is een versnelde behandeling bij de Hoge Raad mogelijk als de volledige procedure van schorsing door de Hoge Raad niet afgewacht kan worden.
Verder kan een kandidaat voor een rechterlijke functie alleen nog voor benoeming in aanmerking komen als hij of zij in het bezit is van een recente verklaring omtrent het gedrag.
De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak heeft ingestemd met de inhoud van het wetsvoorstel.
Bron: Ministerie van Veiligheid en Justitie
1