De Belastingdienst spreekt over 'aansluiting van de waardebepaling van onroerende zaken aan het vooroverleg'. Speciaal voor de waarde van vastgoed bestaat nog tot 15 juli aanstaande de zogenaamde Gezamenlijke Taxatie, een speciale vorm van vooroverleg. Om redenen van uniformiteit, transparantie en een betere aansluiting bij de rest van de fiscale praktijk gaat deze per 15 juli op in het reguliere vooroverleg.

Een onroerendgoedbezitter kan een verzoek om vooroverleg doen wanneer hij zekerheid wil krijgen over de waarde van onroerende zaken voorafgaand aan het indienen van de aangifte. Het moet dan gaan om een specifieke situatie en over de manier waarop wet- en regelgeving in dat geval door de Belastingdienst wordt toegepast. Bijvoorbeeld de waarde van een pand bij een fusie of een splitsing van een bedrijf. Uitzonderingen hierop zijn wanneer iemand van plan is de onroerende zaak te verkopen aan een derde, niet-gelieerde partij of wanneer de onroerende zaak een vaste waarde heeft (bijvoorbeeld de WOZ-waarde). Dan is een vooroverleg niet mogelijk.

Onderbouwing van het verzoek tot vooroverleg

Uit het verzoek van de aanvrager moeten 'de feiten, de rechtsregels en de conclusie' blijken, aldus de dienst. De Belastingdienst neemt alleen verzoeken om vooroverleg in behandeling wanneer deze voldoende onderbouwd zijn.

Een voldoende onderbouwing is in ieder geval een taxatierapport dat voldoet aan de eisen van het Nederlands register voor vastgoed taxateurs (NRVT) dan wel van de Autoriteit financiële markten (AFM). Het meeleveren van een dergelijk rapport stelt de Belastingdienst niet verplicht, een andere onderbouwing is ook mogelijk, maar dient aan vergelijkbare kwaliteitseisen te voldoen. Taxateurs van de Belastingdienst voorzien de inspecteur bij het vooroverleg van advies.

Bron: Redactie TaxLive