De automobilist die zijn (zéér) zuinige zakelijke auto ook privé gebruikt, loopt vanaf 2017 niet alleen aan tegen het einde van de 60-maanden bijtellingskorting, maar wordt op den duur ook geconfronteerd met een forse verhoging van zijn bijtelling naar 25%. Een kwestie van 'onhandig' overgangsrecht wat resulteert in een onnodige bestraffing van de milieubewuste automobilist, aldus fiscalist bij VanOoijen en autobelastingspecialist Ognjen Soldat.

In het onlangs ingediende Wetsvoorstel Wet uitwerking Autobrief II is het autobeleid van het kabinet uitgewerkt voor de periode 2017-2020. Zo gaat met ingang van 1 januari 2017 het algemene bijtellingspercentage van 25 omlaag naar 22 voor nieuwe auto's met een datum van eerste toelating op de weg (DET) van na 31 december 2016. Ook is overgangsrecht opgenomen voor het bestaande autopark.

Overgangsrecht

Het huidige overgangsrecht – met lagere bijtellingspercentages die in een aantal gevallen gelden voor onbepaalde tijd of steeds voor een nieuwe 60-maandsperiode – wordt drastisch ingeperkt. Het (oorspronkelijke) bijtellingspercentage blijft kort gezegd 60 maanden na de maand waarin de auto op kenteken is gezet, gelden. Na die periode wordt elk jaar opnieuw bekeken of volgens de dan in de wet opgenomen CO2-uitstootgrenzen nog recht bestaat op een lager bijtellingspercentage. Deze nieuwe overgangsregels gaan direct in per 1 januari 2017. Alleen voor de berijder van een (zéér) zuinige auto van vóór 1 juli 2012 en een bijtellingspercentage van 20 of 14 is er nog een uitzondering als de auto niet in de tussentijd is gewijzigd van zowel eigenaar als bestuurder. Deze automobilist profiteert nog tot 2019 van zijn lagere bijtelling.

Vereenvoudiging

"Vanuit vereenvoudigingsoogpunt en het streven van het kabinet om de bijtelling steeds minder CO2-afhankelijk te maken, is de beperking naar slechts één periode van 60-maanden wel te billijken, aldus Soldat. "Desalniettemin is het wel zuur voor diegene met een zuinige auto wiens bijtellingspositie hierdoor veel eerder gelijk wordt getrokken met iemand met een reguliere auto met een algemeen bijtellingspercentage. Dat is toch iets wat niet voorzien was bij de aanschaf of de lease van de auto. Aan de andere kant voorkomt het kabinet hiermee wel dat oudere auto's nog voor een lange periode gunstiger worden behandeld dan nieuwe auto's met een steeds lagere CO2-uitstoot door de technische ontwikkeling."

Algemeen bijtellingspercentage

Op grond van het wetsvoorstel blijft voor auto's van vóór 2017 een bijtellingspercentage van 25 gelden en daar zit een belangrijk pijnpunt. De lagere 22%-bijtelling ligt namelijk voor de huidige zakelijke rijder niet in het verschiet. Iemand met een reguliere auto van € 50.000 loopt hierdoor 3% lagere bijtelling mis en dat scheelt volgens Soldat zo'n € 800 netto per jaar voor wie in de hoogste tariefschijf zit." Dit is nog te overzien en misschien in de gedachte van Financiën ook niet de moeite waard om te procederen wegens een mogelijke schending van het gelijkheidsbeginsel."

Nuance ontbreekt

In de praktijk, waaronder door het SRA, is echter geconstateerd dat deze regel bijzonder vervelend uitpakt voor de huidige zuinige automobilist. "Een terechte constatering", aldus Soldat, "want ook deze automobilist krijgt op termijn een hogere bijtelling dan de toekomstige vervuilende rijder. Dat heeft alles te maken met de manier waarop dit is opgenomen in het overgangsrecht, waarin geen enkele nuancering is aangebracht in de behandeling van bestaande (zéér) zuinige auto's ten opzichte van bestaande reguliere auto's. Zo kan het dus gebeuren dat iemand met een auto uit 2014 met een CO2-uitstoot van minder dan 50 g/km en 7% bijtelling, in 2019 wordt geconfronteerd met een bijtellingspercentage van 25%, terwijl voor eenzelfde of vuilere nieuwe auto op dat moment een 22%-bijtelling geldt. De zuinige automobilist die niet na 60 maanden zijn auto inruilt voor een nieuw exemplaar, wordt dus extra hard gestraft voor zijn milieubewustheid."     

Schending gelijkheidsbeginsel

Mocht het kabinet het overgangsrecht niet alsnog aanpassen, dan sluit Soldat procedures over schending van het gelijkheidsbeginsel niet uit. "Een berijder van een bestaande zuinige auto die op den duur een Porsche Cayenne ziet rondrijden met 3% lagere bijtelling, dat is op zijn minst ongelukkig overgangsrecht te noemen. Maar ook een procedure over het verschil in behandeling van conventionele auto's van vóór en na 2017 is niet ondenkbaar, zeker gezien de vele belangenverenigingen die zich inzetten voor de (zakelijke) automobilist. Het zou het kabinet sieren om het overgangsrecht nog eens onder de loep te nemen en automobilisten niet onnodig op (procedurele) kosten te jagen."

TaxVisions heeft over dit onderwerp een overzichtelijke video samengesteld.
 

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

0

Gerelateerde artikelen