Fiscaal recht is luxe recht. Fiscaal recht gaat doorgaans over luxeproblemen van mensen en bedrijven die niet (te) veel belasting willen betalen. Fiscaal recht gaat bijna nooit over maatschappelijke problemen, daar is in Nederland in eerste instantie het straf- en bestuursrecht voor bedoeld en in tweede instantie het privaatrecht.
Ik schreef ‘bijna' nooit, want soms heeft fiscaal recht wel met maatschappelijke problemen te maken. Een maatschappelijk probleem is de opkomst van de (onvrijwillige en vaak laagbetaalde) zzp'er die op prijs en flexibiliteit moet concurreren met werknemers in loondienst. De zzp'ers uit vrije keuze vormen niet het probleem, wel de zzp'ers die zzp'er zijn geworden als alternatief omdat loondienst voor hen geen optie meer is door bijvoorbeeld leeftijd, een handicap of gewoon de keuze om flexibel te werken.
Zzp'ers moeten, in tegenstelling tot werknemers, voor alles zelf zorgen en zij lopen financieel grote risico's door ziekte/arbeidsongeschiktheid, beroepsaansprakelijkheid en het zelf moeten regelen van pensioen. Ik zou zeggen: regel dan in het privaatrecht bijvoorbeeld dat zzp'ers recht moeten krijgen op een betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering en/of beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Of regel in het bestuursrecht dat werkgevers beperkt worden in de hoeveelheid zzp'ers die zij mogen inzetten.
De politiek heeft er echter voor gekozen om zzp'ers via het fiscaal recht ‘aan te pakken' door de VAR af te schaffen, zonder een alternatief te bieden. Opdrachtgevers, ironisch genoeg ook binnen de rijksoverheid, hebben nu geen zekerheid meer dat zij geen loonbelasting hoeven in te houden. Het voortdurende uitstel van de invoering van de Wet DBA, in feite de opvolger van de VAR, biedt ook niet echt zekerheid.
Bemiddelings- en uitzendbureaus krijgen het ondertussen drukker, verdienen meer en kunnen meer mensen (in loondienst) aannemen doordat zij de loonbelastingrisico's van opdrachtgevers kunnen overnemen. Dat kost de zzp'er en de opdrachtgever geld, waarbij de marge van de zzp'er kleiner wordt met behoud van zijn financiële risico's door het werken met een overeenkomst van opdracht en de opdrachtgever door tussenkomst van een derde meer betaalt.
De zzp'er klaagt niet en werkt door, zelfs tegen lagere marges en met minder luxe dan voorheen…
2