Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X zich ten onrechte beroept op het vertrouwensbeginsel. De inspecteur ontkent namelijk dat er een afspraak is gemaakt om de woning niet bij X te belasten.

X is samen met drie familieleden eigenaar van een woning met een WOZ-waarde van € 594.000. Het aandeel van X is € 148.500 (25%). Zijn moeder woont in de woning. Volgens de inspecteur valt de woning bij X in box 3. X stelt dat de woning 'stil vermogen' is en dat in het verleden de afspraak is gemaakt dat de woning niet belast hoeft te worden. Hij beklaagt zich ook over het feit dat de inspecteur een bovenmatige belangstelling voor hem heeft. In geschil is de IB-aanslag over 2017.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X zich ten onrechte beroept op het vertrouwensbeginsel. De inspecteur ontkent namelijk dat er een dergelijke afspraak is gemaakt, al is het opmerkelijk dat de situatie al geruime tijd bestaat en de woning nu pas wordt belast. Het zorgvuldigheidsbeginsel is ook niet geschonden. De aangifte is uitgeworpen op basis van de (te) hoge aftrek van specifieke zorgkosten en de aangifte is vervolgens handmatig gecontroleerd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.20

Wet inkomstenbelasting 2001 5.3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 27 december

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen