Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat terecht invorderingsrente in rekening is gebracht over de perioden waarin uitstel van betaling is verleend. Het hof wijst daarbij op de wetsgeschiedenis van art. 28 IW.

X betaalt de aan hem opgelegde IB-aanslagen 2009 tot en met 2011, en 2013 niet binnen de gestelde termijn. Nadat hij de aanslagen uiteindelijk heeft betaald, brengt de ontvanger invorderingsrente in rekening. X is van mening dat de invorderingsrente ten onrechte in rekening is gebracht over de perioden waarin aan hem uitstel van betaling is verleend. In die perioden mogen volgens X geen invorderingsmaatregelen worden genomen op grond van art. 25.1.7. Leidraad Invordering 2008.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat terecht invorderingsrente in rekening is gebracht over de perioden waarin uitstel van betaling is verleend. Het hof wijst daarbij op de wetsgeschiedenis van art. 28 IW. Verder overweegt het hof dat het in rekening brengen van invorderingsrente niet een invorderingsmaatregel betreft. Het in rekening brengen van invorderingsrente kan niet worden aangemerkt als een maatregel die is bedoeld om een belastingschuld te innen als deze niet of niet op tijd wordt betaald. Het middel van het in rekening brengen van invorderingsrente is enkel geïntroduceerd om het rentenadeel te compenseren dat de staat lijdt als gevolg van te late betaling van een belastingaanslag. Het gelijk is aan de ontvanger.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Leidraad Invordering 2008 25.1.7

Invorderingswet 1990 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 27 december

68

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen