Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim heeft begaan. Dat de aangiften van X en Y niet via een geïntegreerde werkwijze zijn behandeld, is niet van belang. Er bestaat voor de Belastingdienst namelijk geen plicht om de aangiften van ex-echtgenoten geïntegreerd te behandelen.

Belanghebbende, X, ontvangt alimentatie van haar ex-echtgenoot, Y. In haar IB-aangiften verantwoordt X jaarlijks € 24.000 aan ontvangen alimentatie. Y brengt in zijn IB-aangiften echter hogere bedragen in aftrek. Op de vragen van de inspecteur daarover antwoordt X dat zij niet wist dat de in natura ontvangen inkomensbestanddelen ook moesten worden aangegeven. De inspecteur legt daarop IB-navorderingsaanslagen op aan X. X is het daar niet mee eens en stelt onder andere dat het vereiste nieuwe feit ontbreekt.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim heeft begaan. Dat de aangiften van X en Y niet via een geïntegreerde werkwijze zijn behandeld, is niet van belang. Er bestaat voor de Belastingdienst namelijk geen plicht om de aangiften geïntegreerd te behandelen. Die plicht geldt ook niet als sprake is van ex-echtgenoten. De rechtbank verwerpt dan ook de stelling van X dat in alle jaren niet kan worden nagevorderd. De navorderingsaanslagen blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 17 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen