Hof Den Haag oordeelt dat het bedrag aan verschuldigde belasting volgens de IB-aangifte 2017 zowel absoluut als relatief lager is dan de feitelijk verschuldigde belasting. Dit gelet op de grote bedragen die zijn gemoeid met de handel in verdovende middelen.

Bij een opsporingsonderzoek naar grootschalige invoer/doorvoer en/of uitvoer van verdovende middelen (cocaïne en hasj) in georganiseerd verband en het witwassen van opbrengsten hieruit, komt X in beeld. Bij de inval in een loods, waarbij X aanwezig is, wordt 615 kg cocaïne aangetroffen. X wordt daarop veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf. Op basis van de gegevens uit het strafrechtelijk onderzoek legt de inspecteur, uiteindelijk, een IB-aanslag 2017 op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 738.000.

Hof Den Haag oordeelt dat het bedrag aan verschuldigde belasting volgens de IB-aangifte 2017 zowel absoluut als relatief lager is dan de feitelijk verschuldigde belasting. Dit gelet op de grote bedragen die zijn gemoeid met de handel in verdovende middelen. Het is aannemelijk dat X zich er bewust van was dat hij die inkomsten had moeten aangeven. Niet van belang is dat, mede gelet op het voortdurende zwijgen van X, de omvang van die inkomsten feitelijk niet kan worden vastgesteld. Verder is het hof van mening dat de inspecteur zijn correcties heeft gebaseerd op een redelijke en niet willekeurige schatting. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 17 februari

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen