Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de naheffingsaanslag BTW terecht aan B bv is opgelegd en X als bestuurder terecht daarvoor aansprakelijk is gesteld. De ontvanger maakt aannemelijk dat alleen B bv rechtsbetrekkingen is aangegaan voor de leveringen van de telefoons met encryptiesoftware en de simkaarten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
X houdt de aandelen in A bv. A bv houdt 51% van de aandelen in B bv. X en A bv hebben verder ook nog belangen in diverse andere vennootschappen. De activiteiten van de vennootschappen bestaan uit de levering van telefoons, encryptiesoftware en simkaarten. De eindgebruikers schaffen de telefoons en simkaarten aan om over een PGP-telefoon te kunnen beschikken. Hiermee kunnen berichten worden verstuurd die niet door derden, met name de opsporingsdiensten, kunnen worden gelezen. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek en een boekenonderzoek legt de inspecteur een naheffingsaanslag BTW op aan B bv. Omdat betaling achterwege blijft, stelt de ontvanger X hiervoor aansprakelijk. X stelt dat de prestaties niet alleen door B bv zijn verricht, maar ook door een in de VAE gevestigde vennootschap.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/52.1.6) oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht aan B bv is opgelegd en X als bestuurder terecht aansprakelijk is gesteld. De ontvanger maakt aannemelijk dat alleen B bv rechtsbetrekkingen is aangegaan voor de leveringen van de telefoons met encryptiesoftware en de simkaarten. Verder staat vast dat B bv de BTW niet heeft aangegeven. Het hof vermindert de beschikking aansprakelijkstelling nog wel voor zover deze betrekking heeft op de vergrijpboete van 100% (€ 1,3 mln). De ontvanger toont met hetgeen hij inbrengt namelijk niet overtuigend aan dat B bv opzet of grove schuld kan worden verweten op de momenten, waarop zij telkens op aangifte BTW moest voldoen. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Invordering, Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 13 december
Informatiesoort: VN Vandaag