De heer X is bestuurder van Y Beheer bv. X bezit 50% van de aandelen in deze bv. In 2004 is een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd aan de bv. Ondanks dat over deze aanslag nog een procedure bij de rechtbank loopt, wordt het betreffende uitstel van betaling in februari 2006 vervallen verklaard. In geschil is de uit maart 2006 daterende aansprakelijkstelling van X ad € 47.347. Volgens de ontvanger is de snelle aansprakelijkstelling terecht, aangezien dit duidelijk een geval is van fraude. Rechtbank Haarlem handhaaft de aansprakelijkstelling. X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat de bv ten tijde van het uitbrengen van de beschikking aansprakelijkstelling nog niet in gebreke was. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat het verleende uitstel van betaling is vervallen op het moment dat de inspecteur op verzoek van dezelfde rechtbank alsnog uitspraak op bezwaar deed. De aansprakelijkstelling van X als bestuurder is dus onredelijk prematuur en de ontvanger heeft daarmee onzorgvuldig gehandeld jegens X. Het beroep van X is gegrond.