Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de AFM haar informatieverzoek ten onrechte heeft gebaseerd op art. 43 lid 1 onderdeel u Uitv. reg. AWR. De AFM heeft de informatie dan onrechtmatig verkregen.

Y houdt de aandelen in X bv, die een onderneming op het gebied van verzekeringen en kredietbemiddeling uitoefent. Op 20 juni 2012 zendt de AFM een lijst met alle beleidsbepalers van bij de AFM onder toezicht staande instellingen naar de Belastingdienst. De AFM verzoekt de Belastingdienst, op grond van art. 43 lid 1 onderdeel u Uitv. reg. AWR, om mee te delen welke beleidsbepalers bij de Belastingdienst bekend staan als ‘inkeerders'. Naar aanleiding van de door de Belastingdienst verstrekte informatie heeft de AFM X bv een aanwijzing gegeven om er voor te zorgen dat Y binnen vijftig werkdagen niet langer zal fungeren als beleidsbepaler van X bv. X bv en Y zijn het hier niet mee eens.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de AFM haar informatieverzoek ten onrechte heeft gebaseerd op art. 43 lid 1 onderdeel u Uitv. reg. AWR. Volgens de rechtbank blijkt uit art. 43 lid 1 onderdeel s Uitv. reg. AWR namelijk dat de AFM uitsluitend informatie over vergrijpboetes mag opvragen bij de Belastingdienst voor de betrouwbaarheidstoetsing van beleidsbepalers. Aangezien het verzoek geen betrekking heeft op informatie over vergrijpboetes, heeft de AFM volgens de rechtbank de informatie dat Y een inkeerder is onrechtmatig verkregen. Het gelijk is aan X bv en Y.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 2 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen