Hof 's-Hertogenbosch beslist dat het door X afstand doen aan de bloot eigenaar van het recht van erfpacht op een NSW-landgoed, dat zij eerder geschonken heeft gekregen, alsnog tot schenkbelasting leidt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, is onder huwelijkse voorwaarden gehuwd. X en haar echtgenoot hebben ieder de onverdeelde helft van het recht van erfpacht op een villa, gelegen op een landgoed (hierna: het registergoed). Dit registergoed is gerangschikt als een opengesteld landgoed als bedoeld in de NSW 1928. In het jaar 2010 verkrijgt X bij akte van schenking van haar echtgenoot zijn deel van het recht van erfpacht. In het jaar 2013 doet X afstand van het recht van erfpacht op de villa. Zij ontvangt daarvoor van de bloot eigenaar een bedrag van € 596.263,90. In geschil is de op 28 oktober 2014 aan X opgelegde aanslag schenkbelasting. De aanslag is opgelegd wegens vervreemding van een krachtens schenking verkregen onverdeelde helft van een opengesteld NSW-landgoed (artikel 8a van de NSW 1928).

Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2019/21.1.4) beslist dat sprake is van een belastbare schenking. De in het jaar 2010 buiten invordering gebleven schenkbelasting wordt alsnog bij X ingevorderd omdat het verkregen landgoed (het registergoed dus) binnen 25 jaar nadien is vervreemd. De schenking heeft niet gestrekt tot voldoening aan een natuurlijke verbintenis. De aanslag wordt wel verminderd omdat de waarde van de schenking te hoog is vastgesteld. In die zin is het hoger beroep van X gegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 36

Successiewet 1956 21

Natuurschoonwet 1928 8a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 oktober

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen