Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat bij een auto van slechts vier maanden oud en het geringe aantal km's van circa 4.000 het volledige bedrag aan schade als waardevermindering in aanmerking kan worden genomen. De verschuldigde BPM wordt daarom verlaagd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen deels slagen. De overige klachten kunnen niet tot cassatie leiden (art. 81 RO).
X vof doet BPM-aangifte voor een Volkswagen Tiguan 2.0 TDI Sport & Style met meer dan normale gebruiksschade. Volgens de aangifte is € 4451 verschuldigd. Na bezwaar wordt dit verlaagd tot € 3883, er is € 20 rente vergoed en X vof krijgt een bezwaarkostenvergoeding van € 54,50. Rechtbank Gelderland stelt de verschuldigde BPM vast op € 3626, de inspecteur moet een passende rente vergoeden. Voorts moet de inspecteur de proceskosten van € 1034,50 (inclusief bezwaar) betalen, alsmede het betaalde griffierecht van € 310. X vof gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2018/41.1.5) oordeelt dat bij een auto van slechts vier maanden oud en het geringe aantal km's van circa 4000 het volledige bedrag aan schade als waardevermindering in aanmerking kan worden genomen. De verschuldigde BPM wordt daarom verlaagd tot € 2887. De inspecteur is niet verplicht om meer rente te vergoeden dan is bepaald in hoofdstuk VA (art. 30f-30k) AWR. Voor het meerdere (invorderingsrente) moet X zich binnen zes weken na het onherroepelijk worden van de onderhavige uitspraak wenden tot de ontvanger. Aangezien in hoger beroep de verschuldigde BPM is verminderd met € 739, moet de inspecteur hierover ook rente vergoeden, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VA AWR. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn in bezwaar en beroep krijgt X vof daarnaast € 2500 immateriële schadevergoeding. Voor het bezwaar, beroep en hoger beroep krijgt X vof een proceskostenvergoeding van in totaal € 1334,50.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen deels slagen. Het hof had in zijn uitspraak de beslissing moeten opnemen dat belanghebbende recht heeft op vergoeding van wettelijke rente vanaf vier weken na de datum waarop het hof uitspraak heft gedaan. De overige klachten kunnen niet tot cassatie leiden (art. 81 RO). De Hoge Raad doet de zaak zelf af. De vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt verhoogd.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 oktober