Rechtbank Den Haag stelt vast dat X niet aannemelijk maakt dat hij recht heeft op de door hem geclaimde aftrekposten. De rechtbank oordeelt dat X niet kan volstaan met de enkele stelling dat geen rekening is gehouden met de opgevoerde aftrekposten. De aftrekposten behoeven nadere onderbouwing.

Belanghebbende, X, claimt in zijn aangifte IB 2015 aftrekposten voor eigen woning, premieaftrek voor inkomensvoorzieningen en aftrek voor specifieke zorgkosten. Als de inspecteur die posten corrigeert, tekent X bezwaar aan en gaat vervolgens in beroep. Bij het onderzoek ter zitting is X zonder bericht van verhindering niet verschenen. X is door de griffier per aangetekende brief, verzonden op 12 september 2017 aan X, op het adres Y, te plaats Z, onder vermelding van plaats en tijdstip uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Uit de uit informatie van PostNL blijkt dat X de brief op genoemd adres op 13 september 2017 is uitgereikt.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op de juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden en verklaart daarna het beroep van X ongegrond. De rechtbank geeft aan dat X aannemelijk moet maken dat hij recht heeft op voornoemde aftrekposten. De stelling van X dat geen rekening is gehouden met de door hem opgevoerde aftrekposten, is daartoe onvoldoende. De aftrekposten behoeven een nadere onderbouwing. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 18 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen