De heer X is een KB-Luxrekeninghouder. In geschil zijn de IB-vergrijpboetes voor 2005, 2006, 2007, 2009 en 2010 van 100% (2005, 2006 en 2007) en 300% (2009 en 2010). In de bezwaarfase werkt X alsnog volledig aan het onderzoek mee. De inspecteur heeft de boetes daarom verminderd tot 75%. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn zijn deze gematigd verder met 20% tot (afgerond) 50% voor alle jaren. X staat een verdere verlaging voor tot 40%.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur het boetebeleid inzake het Rekeningenproject correct heeft toegepast. Eigenlijk zijn de boetes zelfs laag. Die over 2005, 2006 en 2007 hadden formeel namelijk verlaagd moeten worden tot 60% (80% van 75%) en de boetes over 2009 en 2010 tot 180% (80% van 225%). De inspecteur heeft niet gehandeld in strijd met het beleid door de boetes te verminderen tot 50%. De inspecteur heeft met het volgen van deze gedragslijn het gelijkheidsbeginsel niet geschonden. De situatie van een 'meewerker' is namelijk feitelijk niet gelijk aan die van een (aanvankelijke) 'ontkenner', zoals X. Ook anderszins is er geen aanleiding tot verdere matiging. De beroepen van X zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 24 juli