Brief Staatssecretaris van Financiën, 11 februari 2014 IFZ/2014/105 U
De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Neppérus en de Vries (beiden VVD) over mogelijk dubbele bankenbelasting van Nederlandse banken. Hierbij gaat de staatssecretaris specifiek in op de situatie met een aantal landen. Zo deelt hij mee dat er een verdrag ter vermijding van dubbele bankenbelasting gesloten is met het Verenigd Koninkrijk. Duitsland, België en Zuid-Korea blijken echter niet geïnteresseerd in zo'n verdrag. Van Slowakije en Hongarije is nog geen officiële reactie ontvangen. Een veel gebruikt argument van de afwijzende landen is dat in deze landen geen bankenbelasting wordt geheven maar een ‘resolutieheffing'. De met deze heffing geïnde gelden komen ten goede aan een resolutiefonds en niet aan de algemene middelen. Vanwege dit andere karakter vinden deze landen het niet wenselijk dubbele heffing te vermijden. Verder deelt hij mee dat de vermijding van dubbele bankenbelasting door de wijziging van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 in 2012 op dit moment beperkt is. Op basis van het Besluit voorziet Nederland eenzijdig in vermijding van dubbele bankenbelasting door verrekening toe te staan van in het buitenland geheven bankenbelasting met de in Nederland te betalen bankenbelasting bij in Nederland gevestigde dochtermaatschappijen van buitenlandse banken en in Nederland actieve bijkantoren van buitenlandse banken. Het Besluit voorziet dus niet in het verlenen van een belastingvermindering aan in Nederland gevestigde banken die in andere landen bankenactiviteiten verrichten door middel van aldaar gevestigde dochtervennootschappen of bijkantoren.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Bankenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 14 februari