Rechtbank Gelderland beslist dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen een middellijk aandeelhouder en een Aziatisch restaurant. Aan de managementovereenkomst komt geen reële betekenis toe.

Belanghebbende, X bv, exploiteert een Aziatisch restaurant. A is benoemd tot directeur. A is tevens dga van I bv die een minderheidsbelang in X bv heeft. In december 2011 sluit X bv met I bv een samenwerkingsovereenkomst. Afgesproken wordt dat I bv als bedrijfsleider zal optreden in het restaurant van X bv. Daarvoor ontvangt I bv maandelijks een management fee van X bv. In januari 2012 sluit I bv een arbeidsovereenkomst met A. Hij zal namens I bv werkzaam zijn als bedrijfsleider bij X bv. De inspecteur is van mening dat in wezen een arbeidsovereenkomst is gesloten tussen X bv en A in plaats van of naast de samenwerkingsovereenkomst met I bv. Gevolg zijn de in geschil zijnde naheffingsaanslagen loonheffingen over de jaren 2012, 2013 en 2014 die aan X bv zijn opgelegd.

Rechtbank Gelderland beslist dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen X bv en A. Aan de managementovereenkomst komt geen reële betekenis toe. A is verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Het beroep van X bv op de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder slaagt niet omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden. De beroepen van X bv tegen de naheffingsaanslagen over 2012 en 2013 zijn ongegrond. Het beroep tegen de naheffingsaanslag over 2014 is gegrond. De inspecteur is voor dat jaar uitgegaan van een te hoge grondslag voor de premie werknemersverzekeringen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 610

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting, Premieheffing

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 27 augustus

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen