Belanghebbende, de heer X, is autohandelaar. Een auto die sinds 13 mei 2015 tot zijn handelsvoorraad behoorde. is op 29 mei 2015 de hele dag meegegeven aan een potentiële koper om daarmee die dag proef te rijden. Dit was ongebruikelijk, maar volgens X noodzakelijk omdat de potentiële koper bij een eerdere 'gewone' proefrit met pech was gestrand. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over het tijdvak 30 mei 2014 tot en met 29 mei 2015, alsmede een 100% verzuimboete van € 425 is opgelegd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het gebruik van de handelaarskentekenplaten binnen het kader van de onderneming van X heeft plaatsgevonden en dus rechtmatig was (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 5 juli 2016, nr. 14/00672, V-N 2016/46.17.3). Dat de potentiële koper tijdens die, langer dan gebruikelijke, periode waarin hij met de auto proef mocht rijden, op enig moment een van een kennis gekregen voorwerp heeft meegenomen, maakt dat niet anders. Niet verwacht kan en behoeft te worden dat de potentiële koper in deze situatie de hele dag, non stop in de auto rondrijdt. Deze mag naar het oordeel van de rechtbank gedurende zo'n bijzondere proefperiode zijn dag op de voor hem gebruikelijk wijze invullen, gebruik makend van de auto, zodat hij door dat testgebruik een reëel beeld van en vertrouwen in de auto kan krijgen. Voorts is de hoorplicht geschonden. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 69
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland