Aan de erflater van belanghebbenden zijn diverse (navorderings)aanslagen opgelegd in verband met het vermeende aanhouden van een buitenlandse bankrekening door erflater. In eerste aanleg draagt de geheimhoudingskamer van Rechtbank Gelderland de inspecteur op om de volledige informatie te openbaren over de tipgever. De inspecteur weigert dit, maar de rechtbank verbindt hieraan geen gevolgen (Rechtbank Gelderland 6 juni 2013, nr. AWB 11/1635, V-N 2013/35.11). Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt de navorderingsaanslagen omdat de inspecteur naar het oordeel van het hof op onrechtmatige wijze heeft geweigerd de naam van de tipgever bekend te maken (Hof Arnhem-Leeuwarden 3 februari 2015, nr 13/00748 e.a., V-N 2015/10.6).
Advocaat-generaal IJzerman overweegt dat de belastingambtenaren die op de zitting bij het hof als getuigen optraden niet verplicht waren de naam van de tipgever te verstrekken. De Awb laat procespartijen volgens de A-G de ruimte om zelf een afweging te maken tussen enerzijds het niet nakomen van de instructie van de rechter tot overlegging, en anderzijds de gevolgen die zijn verbonden aan het wel overleggen. De weigeraar zal de gevolgen (in dit geval vernietiging van de aanslagen) uiteraard zelf moeten dragen, maar een kwalificatie als ‘ernstige schending van de rechtsorde' vindt de A-G hier niet op zijn plaats. De staatssecretaris komt verder volgens de A-G terecht op tegen de met toepassing van art. 2 lid 3 Besluit proceskosten bestuursrecht vastgestelde proceskostenvergoeding van € 75.000. Volgens de A-G is hier namelijk geen sprake van ‘in vergaande mate onzorgvuldig handelen' of ‘procederen tegen beter weten in'.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:29 en 8:31
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 25 augustus