Belanghebbende, X sa, is een in Portugal gevestigd bedrijf. In 2002 blijkt dat X sa langer dan een jaar werknemers ter beschikking stelt aan een in Nederland gevestigde zusterbedrijf. Volgens de inspecteur is daarom sprake van een vaste inrichting in Nederland en komt het heffingsrecht over het loon toe aan Nederland. In geschil is de naheffingsaanslag loonbelasting over 2001, 2002 en 2003. De aanslag is verzonden naar een adres in Portugal. In dit adres ontbreekt het huisnummer. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aanslag ondanks de onvolledige adressering toch rechtsgeldig bekend is gemaakt. In 2002 heeft de gemachtigde namelijk wel gereageerd op een brief met dezelfde adressering. In deze reactie en ook later is geen melding gemaakt van het onvolledige adres. Aangezien de LB-aangiftebiljetten zijn uitgereikt en niet zijn ingediend, wordt de bewijslast omgekeerd. De wijze waarop de aanslag is berekend, is voorts redelijk. X sa gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat de aanslag niet tijdig is opgelegd omdat aannemelijk is dat de aanslag X sa niet heeft bereikt door een verwijtbare fout van de Belastingdienst. Er is namelijk een niet bestaande postcode gebruikt en het huisnummer ontbreekt. Als de aanslag niet op de juiste wijze is bekendgemaakt, aanvaardt de Hoge Raad (18 april 2014, nr. 13/4796, V-N 2014/20.4) niet langer dat de termijn voor het opleggen van de aanslag reeds in acht is genomen indien de belanghebbende binnen die termijn op de hoogte was van de verzending van de aanslag. Met de enkele kennisneming van die verzending aan een verkeerd adres is niet gewaarborgd dat de belastingplichtige binnen een redelijke termijn zijn belastingafrekening ontvangt en wordt onvoldoende recht gedaan aan de strekking van de aanslagtermijn, namelijk dat de belastingplichtige binnen redelijke tijd op de hoogte komt van zijn belastingverplichtingen. Het beroep van X sa is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5