Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat vof X vergeefs een hogere rente over de BPM-teruggaaf claimt. Een beslissing op grond van art. 65 AWR is namelijk geen voor bezwaar vatbare beschikking, zodat de juistheid daarvan niet door de belastingrechter kan worden getoetst, zelfs niet als het EU-recht in het geding is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Vof X doet in 2012 BPM-aangifte voor een Opel Astra G en voldoet € 404. Haar bezwaar is pas in 2018 niet ontvankelijk verklaard. Rechtbank Gelderland kent aan vof X wegens overschrijding van de redelijke termijn een immateriëleschadevergoeding toe van € 5000. Ambtshalve wijst de inspecteur op de zitting het verzoek om een teruggaaf wegens een extra leeftijdskorting en de 12%-regeling toe. Hieruit volgt een teruggaaf van € 78, nog te verhogen met wettelijke rente. Vof X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/38.1.6) oordeelt dat vof X vergeefs een hogere rente claimt. Een beslissing op grond van art. 65 AWR is namelijk geen voor bezwaar vatbare beschikking, zodat de juistheid daarvan niet door de belastingrechter kan worden getoetst, zelfs niet als het EU-recht in het geding is (vgl. HR 5 oktober 2007, 43268, V-N 2007/47.2). De rechtbank heeft voor de proceskostenvergoeding terecht de wegingsfactor 0,5 (licht) toegepast. Het beroep van vof X is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 65

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

10

Gerelateerde artikelen