Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de inhoudingen door België, op twee aanvullende pensioenen van Hoogstad, in strijd zijn met het EU-recht. België verricht de inhoudingen namelijk zelfs als de begunstigde van de aanvullende pensioenen niet in België woont.

Willem Hoogstad heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij werkt van 1 november 1996 tot en met 31 december 2004 voor een Belgische werkgever. De werkgever bouwt twee aanvullende pensioenen op voor hem. In 2007, na de beëindiging van zijn loopbaan, vestigt Hoogstad zich in Ierland. Begin 2008, naar aanleiding van het bereiken van de 60-jarige leeftijd, worden de kapitalen van de twee aanvullende pensioenen aan Hoogstad uitgekeerd. In België worden op deze uitkering twee inhoudingen verricht. Hoogstad is het niet eens met deze inhoudingen, omdat hij op de datum van de uitbetaling van de bedoelde kapitalen niet aan de Belgische socialezekerheidswetgeving is onderworpen. De Belgische rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de inhoudingen door België, op twee aanvullende pensioenen van Hoogstad, in strijd zijn met het EU-recht. Het Hof van Justitie EU wijst er hierbij op België de inhoudingen zelfs verricht als de begunstigde van de aanvullende pensioenen niet in België woont, en hij onderworpen is aan de sociale wetgeving van de lidstaat waar hij woont.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Loonbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 27 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen