Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Belgische regels voor verrekening van de dividenden van buitenlandse dochterondernemingen in strijd zijn met het EU-recht. De ontvangst van dergelijke dividenden is niet fiscaal neutraal voor de moedermaatschappij en dus in strijd met het doel van art. 4 lid 1 EG-richtlijn 90/435.

Brussels Securities SA ontvangt dividenden van buitenlandse dochterondernemingen. Op grond van het Belgische belastingrecht moet Brussels Securities SA deze dividenden in haar belastinggrondslag opnemen. Vervolgens mag Brussels Securities SA de dividenden uit hoofde van de definitief belaste inkomsten (DBI) in aftrek brengen en mogen de dividenden daarna worden verrekend met de aftrek voor risicokapitaal (ARK). Het overschot aan DBI mag naar alle volgende belastingjaren worden overgebracht, maar de overdracht van de ARK is in de tijd beperkt. Brussels Securities SA is het niet eens met de volgorde waarin rekening moet worden gehouden met de DBI en ARK. De Belgische rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Belgische regels voor verrekening van de dividenden van buitenlandse dochterondernemingen in strijd zijn met het EU-recht. De combinatie van de DBI‑regeling voor ontvangen dividenden, de in de nationale regelgeving vastgestelde volgorde van aftrek en het feit dat de mogelijkheid om de ARK te gebruiken beperkt is in de tijd, heeft tot gevolg dat de ontvangst van dividenden ertoe kan leiden dat de moedermaatschappij een ander door de nationale wetgeving toegekend belastingvoordeel verliest. Hierdoor wordt de moedermaatschappij zwaarder belast dan als zij geen dividend had ontvangen van haar niet-ingezeten dochteronderneming of als de dividenden waren uitgesloten van de belastinggrondslag van de moedermaatschappij. De ontvangst van dergelijke dividenden is dan niet fiscaal neutraal voor de moedermaatschappij, wat in strijd is met het doel van art. 4 lid 1 EG-richtlijn 90/435.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 23 december

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen