Volgens Hof ’s-Hertogenbosch heeft X het bezwaar te laat ingediend. Er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. Beroep tegen ambtshalve beslissing op bezwaar wordt aangemerkt als bij een onbevoegd bestuursorgaan ingediend bezwaarschrift.

X claimt in zijn aangifte ib/pvv 2014 giftenaftrek. De aanslag wordt met dagtekening 5 april 2016 overeenkomstig de aangifte opgelegd. Naar aanleiding van herziene aangiften ib/pvv voor de jaren 2010 en 2011 wordt de aanslag ib/pvv 2014 gecontroleerd. Met dagtekening 16 juli 2016 wordt de navorderingsaanslag ib/pvv 2014 opgelegd, waarbij de giftenaftrek wordt gecorrigeerd. X dient hiertegen op 5 september 2016 een bezwaarschrift in. Het bezwaar wordt op 15 december 2016 niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. De inspecteur beoordeelt het bezwaar wel ambtshalve en besluit de navorderingsaanslag te handhaven. X komt uiteindelijk in hoger beroep.

Volgens Hof ’s-Hertogenbosch is het op 5 september 2016 ingediende bezwaar te laat ingediend. De bezwaartermijn eindigde namelijk op 29 augustus 2016. Er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. Het beroepschrift tegen de ambtshalve beslissing dient als bij een onbevoegd bestuursorgaan ingediend bezwaarschrift te worden aangemerkt. De rechtbank heeft het beroepschrift terecht niet doorgezonden aan de inspecteur omdat die het beroepschrift al in zijn bezit had. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema: Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:15

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 31 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen