Hof Den Haag oordeelt dat Rechtbank Rotterdam de beroepen van X tegen de weigering van de heffingsambtenaar om te beslissen op bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. 

X stelt beroep in tegen de weigering van de gemeente om te beslissen op zijn bezwaren. In geschil is of Rechtbank Rotterdam de beroepen terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hof Den Haag oordeelt dat Rechtbank Rotterdam de beroepen van X tegen de weigering van de heffingsambtenaar om te beslissen op bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. In de zaak met nr. ROT 14/3888 oordeelde de rechtbank dat het beroep van juni 2014 tegen de fictieve weigering om een besluit te nemen onredelijk laat is ingediend. Daarbij nam de rechtbank in aanmerking dat X al eerder, te weten in februari 2014, beroep heeft ingesteld, maar dat dit beroep wegens een aan X toe te kennen nalatigheid (niet betalen griffierecht) niet-ontvankelijk is verklaard. Het hof stemt in met de beslissing van de rechtbank alsmede de gronden waarop zij berust. Deze motivering geldt naar het oordeel van het hof onverkort voor de beroepen in de zaken met nr. ROT 14/4456. Het hof verbetert daarmee de gronden in de laatstgenoemde zaak. De hoger beroepen van X zijn ongegrond.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 7 september

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen