X krijgt aanslagen zuiveringsheffing van de heffingsambtenaar van GBLT. Daarbij legt de heffingsambtenaar verzuimboetes op. In bezwaar tegen de aanslagen komt X alleen op tegen de boetes. De heffingsambtenaar vernietigt de boetes. X komt in beroep, ook tegen de aanslagen. Rechtbank Overijssel verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wegens een gebrek aan belang. X komt in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X uitsluitend bezwaar heeft gemaakt tegen de boetes. Hij is in de bezwaarfase niet opgekomen tegen de aanslagen en heeft dat ook niet bedoeld. De rechtbank heeft terecht de grieven tegen de aanslagen niet in behandeling genomen, aangezien pas beroep kan worden ingesteld nadat de bezwaarprocedure is doorlopen. De heffingsambtenaar geeft ter zitting aan dat de bezwaren tegen de aanslagen ambtshalve door hem in behandeling kunnen worden genomen. De heffingsambtenaar verklaart dat hij de griffierechten en de reis- en verletkosten van X voor de zittingen van de rechtbank en het hof wil vergoeden, vanwege de onduidelijkheden die X kan hebben ervaren. Het hof volgt partijen hierin. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingrecht algemeen, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 8 mei