De heer X is enig bestuurder van A bv. De bv exploiteert een gordijnenconfectieatelier. In januari 2007 gaat A bv failliet. In geschil is of X als bestuurder door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de over 2006 onbetaald gebleven omzetbelasting en loonbelasting/premie volksverzekeringen. Rechtbank 's-Gravenhage stelt de ontvanger in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat de bv tot vijf keer toe de betalingsonmacht schriftelijk heeft gemeld.
Hof 's-Gravenhage acht het niet geloofwaardig dat al deze brieven niet zouden zijn aangekomen bij de ontvanger en gaat er daarom vanuit dat de brieven ook niet zijn verzonden. De ontvanger was ook niet op andere wijze op de hoogte van de betalingsonmacht. Het maakt in dat kader niet uit dat de bv diverse keren de verschuldigde belastingen niet betaalde. Daarmee is namelijk geen inzicht gegeven aan de ontvanger in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de verschuldigde belasting niet is betaald. X maakt voorts niet aannemelijk dat hij buiten zijn schuld niet in staat is geweest om de betalingsonmacht tijdig te melden. Het beroep van X is ook voor het overig ongegrond.