Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat bestuurder, X, terecht aansprakelijk is gesteld voor het niet betalen van naheffingsaanslagen loonheffingen door A bv. X blijft als bestuurder verantwoordelijk, ook al heeft hij de taak van het betalen van de loonheffingen en het melden van betalingsonmacht aan zijn boekhouder gedelegeerd.

Belanghebbende, X is enig bestuurder van A bv en vanaf het jaar 2013 is hij daar ook enige werknemer. Voor de maanden september 2013 tot en met mei 2014 is namens A bv telkens aangifte loonheffingen gedaan. De in de aangiften opgenomen bedragen zijn echter niet afgedragen. De inspecteur legt A bv naheffingsaanslagen loonheffingen en verzuimboeten op. In verband met deze naheffingsaanslagen is geen melding van betalingsonmacht gedaan. Vanwege de invordering van de naheffingsaanslagen en verzuimboeten zijn invorderingskosten en invorderingsrente aan A bv in rekening gebracht. A bv betaalt niet en X wordt aansprakelijk gesteld voor de door A bv onbetaald gelaten naheffingsaanslagen en de daarmee samenhangende verzuimboeten, invorderingsrente en -kosten voor een totaal bedrag van € 42 370. X komt in beroep. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft X niet aannemelijk gemaakt dat het niet (tijdig) melden van de betalingsonmacht niet aan hem te wijten was. X wordt dan niet toegelaten tot weerlegging van het vermoeden dat de niet-betaling van de naheffingsaanslagen loonheffingen aan X als bestuurder te wijten is. X blijft als bestuurder verantwoordelijk, ook al heeft hij de taak van het betalen van de loonheffingen en het melden van betalingsonmacht aan een ander gedelegeerd. X had ten minste bij zijn boekhouder moeten navragen of de loonheffingen waren afgedragen, of naheffingsaanslagen waren opgelegd en of er een melding betalingsonmacht was gedaan. De rechtbank beslist dat X terecht aansprakelijk is gesteld voor de onbetaald gebleven nageheven loonheffingen. De ontvanger concludeert op de zitting tot vermindering van de beschikking aansprakelijkstelling met de bedragen aan invorderingskosten en –rente. Omdat de ontvanger niet aannemelijk heeft gemaakt dat de betaal- en aangifteverzuimboetes aan X zijn te wijten, moet de beschikking aansprakelijkstelling ook met de verzuimboeten worden verminderd. In die zin is het beroep gegrond.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Invorderingswet 1990 32

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen