De Hoge Raad oordeelt dat een bestuursorgaan niet voldoet aan de hoorplicht met het stellen van een vraag aan de bezwaarmaker om contact op te nemen voor het maken van een afspraak voor een hoorzitting.

Belanghebbende, X bv, maakt bezwaar tegen een ambtshalve opgelegde aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2014. In geschil is of de hoorplicht in bezwaar is geschonden.

De Hoge Raad oordeelt dat een bestuursorgaan niet voldoet aan de hoorplicht met het stellen van een vraag aan de bezwaarmaker om contact op te nemen voor het maken van een afspraak voor een hoorzitting. In dit geval heeft X bv in haar bezwaarschrift aangegeven dat zij gehoord wil worden. In zijn brief van 29 september 2016 heeft de inspecteur X bv verzocht om voor 14 oktober 2016 te reageren voor het maken van een afspraak. Wanneer de inspecteur op een dergelijk verzoek geen reactie krijgt, mag hij daaruit niet afleiden dat de belanghebbende stilzwijgend afstand doet van zijn hoorrecht (HR 15 mei 2009, nr. 08/00437, BNB 2009/169). Het hof heeft dit miskend. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X bv gegrond en wijst de zaak terug naar de inspecteur met de opdracht om opnieuw te beslissen op het bezwaar van X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 8 april

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen