Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de btw-vrijstelling niet van toepassing is op alle diensten die X bv aan C heeft verricht. Niet alle diensten zijn namelijk overwegend gericht op de instandhouding van het krediet.

Belanghebbende, X bv, bemiddelt in 2001 bij de verstrekking van een hypotheek aan C. In de jaren 2010 - 2014 geeft X bv financieel advies aan C en verricht ook diverse bemiddelingswerkzaamheden voor C. X bv is van mening dat sprake is van bemiddelingsdiensten (bij krediet), en dat de btw-vrijstelling van toepassing is. De inspecteur is echter van mening dat er meer is gedaan dan alleen het bemiddelen voor de hypotheek, en legt een btw-naheffingsaanslag op aan X bv.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de btw-vrijstelling niet van toepassing is op alle diensten die X bv aan C heeft verricht. Volgens de rechtbank is de prestatie die X bv verricht namelijk niet overwegend gericht op (bemiddeling ten behoeve van) de instandhouding van het krediet. De rechtbank is van mening dat aan C ook diensten zijn verleend die geen betrekking hebben op instandhouding van het krediet. De rechtbank wijst daarbij op enkele werkzaamheden die staan vermeld in de door X bv opgemaakte urenverantwoording voor de aan C verrichte diensten. Volgens de rechtbank maakt X bv dan niet aannemelijk dat de prestatie in overwegende mate is gericht op de instandhouding van het krediet.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 8 april

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen