Rechtbank Noord-Nederland is van oordeel dat X is gebonden aan de vaststellingsovereenkomst. De vaststellingsovereenkomst bevat geen voorbehoud voor de te vergoeden proceskosten in de beroepsfase.

Belanghebbende, X, sluit met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst over onder meer de fiscale gevolgen van het aanhouden van een buitenlandse bankrekening. De inspecteur legt navorderingsaanslagen en vergrijpboeten op in overeenstemming met dit compromis. Tegen deze vergrijpboeten komt X in bezwaar. X verzoekt de inspecteur de bezwaren aan te houden totdat de Hoge Raad uitspraak doet in een vergelijkbare zaak. De inspecteur honoreert dit verzoek niet en doet toch uitspraak op bezwaar. X komt in beroep. Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 2 november 2018, nr. 17/04086 (V-N 2018/58.14) laat X haar beroepsgronden varen. X verzoekt de rechtbank om een proceskostenvergoeding, vanwege het handelen van de inspecteur.

Rechtbank Noord-Nederland is van oordeel dat X is gebonden aan de vaststellingsovereenkomst. De vaststellingsovereenkomst bevat geen voorbehoud voor de te vergoeden proceskosten in de beroepsfase. Ook in de overige stukken van het geding is niet gebleken van een voorbehoud. Het stond X op basis van de vaststellingsovereenkomst dus niet vrij om te verzoeken om een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 900

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 8 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen