De wrakingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een rechter in een eerdere vergelijkbare zaak een voor de belastingplichtige negatieve beslissing heeft genomen, geen reden kan zijn voor wraking.

Belanghebbenden zijn het niet eens met een aantal navorderingsaanslagen die de inspecteur met toepassing van de verlengde navorderingstermijn heeft opgelegd. Op de zitting van Hof 's-Hertogenbosch verzoekt de gemachtigde van belanghebbenden om wraking van een van de rechters, te weten mr. Huige. De gemachtigde wijst op de betrokkenheid van mr. Huige bij eerdere, vergelijkbare beroepsprocedures van belanghebbenden.

De wrakingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een rechter in een eerdere vergelijkbare zaak een voor de belastingplichtige negatieve beslissing heeft genomen, geen reden kan zijn voor wraking. Het hoort tot de normale, wettelijke taak van de rechter, die heeft te beslissen over geschillen die aan hem zijn voorgelegd, daarbij slechts te oordelen op de grondslag van hetgeen in die zaak naar voren is gebracht en bij gelegenheid van het onderzoek in die zaak is gebleken, en daarbij hetgeen hij heeft beslist in andere zaken tussen andere partijen buiten beschouwing te laten (vgl. HR 20 april 2004, nr. 01630/03, NJ 2005, 241). De uitlatingen die mr. Huige heeft gedaan bij de mondelinge behandeling van zaken van andere belanghebbenden, kunnen evenmin leiden tot wraking. De wrakingskamer wijst het verzoek van belanghebbenden dan ook af.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:15 en 8:16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16-4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 8 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen