Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar voor zijn bewijsvoering niet is gebonden aan de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet WOZ.

Belanghebbende komt op tegen de WOZ-beschikking voor de door hem in eigendom gehouden woning. Hij stelt dat de heffingsambtenaar door in de beroepsfase geen gebruik te maken van de modelmatige waardebepaling in strijd met het verbod van willekeur heeft gehandeld en het gelijkheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel heeft geschonden.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar voor zijn bewijsvoering niet is gebonden aan de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet WOZ. De daarin opgenomen regels evenals de modelmatige waardebepaling zijn geen bewijsvoorschriften maar hulpmiddelen om de waarde te bepalen. De heffingsambtenaar kan hier dus van afwijken bij zijn bewijsvoering. Dat er strijd is met het verbod van willekeur, het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel mist derhalve feitelijke grondslag. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

BWBR00007165, 3

BWBR00007165, 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 31 augustus

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen