Rechtbank Limburg oordeelt dat de gemeente het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Belanghebbende, X, gaat in beroep tegen de beslissing van de gemeente om zijn WOZ-bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.

Rechtbank Limburg oordeelt dat de gemeente het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De heffingsambtenaar erkent dat bij het bezwaarschrift een machtiging was gevoegd, zodat het bezwaar per abuis wegens het ontbreken van een machtiging niet-ontvankelijk is verklaard. De heffingsambtenaar stelt verder dat het bezwaar evengoed niet-ontvankelijk is, namelijk wegens het niet nader motiveren daarvan. De rechtbank verwerpt deze stelling. Een bezwaar kan nl. niet niet-ontvankelijk worden verklaard wegens het niet indienen van gronden indien, zoals in dit geval, de belanghebbende niet uiterlijk een week na de beschikking een onderbouwend taxatieverslag heeft ontvangen (Hof 's-Hertogenbosch 18 maart 2016, nr. 14/01098, V-N 2016/40.8). De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en draagt de heffingsambtenaar op om opnieuw te beslissen op bezwaar. De rechtbank kent X een proceskostenvergoeding toe en ziet daarbij geen aanleiding om een lagere wegingsfactor dan factor 1 toe te kennen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Limburg

Editie: 3 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen