Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbende in België duurzaam een tehuis tot zijn beschikking had, en in Nederland niet.

Belanghebbende (X) beschikt over een aantal woningen in Nederland en België. Op 29 december 1992 verhuist hij naar België. Vanaf 14 april 2000 heeft belanghebbende de Belgische nationaliteit. Op 3 oktober 2001 wordt de verkoopovereenkomst getekend met betrekking tot de aandelen A bv die belanghebbende houdt. Op 10 oktober 2001 worden de aandelen geleverd aan Z bv. Op 11 oktober 2001 laat belanghebbende zich in België uitschrijven en laat hij zich in Nederland inschrijven. Naar aanleiding van een boekenonderzoek corrigeert de inspecteur de IB-aangifte van belanghebbende over het jaar 2001. Volgens de inspecteur is de ab-winst ter zake van de aandelen A bv namelijk in Nederland belast omdat belanghebbende uiterlijk met ingang van 1 juli 2000 als binnenlands belastingplichtige moet worden aangemerkt. Rechtbank Breda beslist dat in deze zaak de nationaliteit het doorslaggevende criterium ten aanzien van de heffingsbevoegdheid is. Aangezien belanghebbende sinds 2000 de Belgische nationaliteit heeft, kan Nederland volgens de rechtbank geen belasting over de ab-winst heffen.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbende in België duurzaam een tehuis tot zijn beschikking had, en in Nederland niet. Voor het belastingverdrag Nederland-België moet belanghebbende dan alleen als inwoner van België worden aangemerkt. Het hof acht daarbij van belang dat belanghebbende over twee panden in België beschikte, die hem als woning ter beschikking stonden. Verder acht het hof ook van belang dat belanghebbende over bankrekeningen in België en auto’s met Belgische kentekens beschikte, en dat hij de Belgische nationaliteit had. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 21 oktober

1

Gerelateerde artikelen