De Duitse douaneautoriteiten leggen een naheffingsaanslag antidumpingrechten op aan Wortmann KG Internationale Schuhproduktionen, in verband met de import van schoeisel uit China en Vietnam. Nadat het Hof van Justitie EU de nietigheid uitspreekt over de verordening, die aan de instelling van die rechten ten grondslag ligt, trekken de Duitse douaneautoriteiten de naheffingsaanslag in, en betalen het door de Wortmann onverschuldigd betaalde bedrag terug. De Duitse douaneautoriteiten weigeren echter om hierover rente te betalen. Zij beroepen zich daarbij op art. 241 CDW. De Duitse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal Campos Sánchez-Bordona concludeert dat de Duitse douaneautoriteiten ook rente moeten vergoeden in verband met de terugbetaling van antidumpingrechten vanwege een nietig verklaarde verordening. De A-G overweegt daarbij dat de douaneautoriteiten de ‘noodzakelijke maatregelen' moeten treffen om de heffingen die voortvloeien uit een nietig verklaarde verordening ongedaan te maken. Hieronder valt volgens de A-G ook het vergoeden van rente. De rente moet dan volgens de A-G worden vergoed vanaf het moment waarop de heffing is betaald.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Douane
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 14 september